Een eerste hoekje bestond uit een schatkaart. Op die schatkaart stonden verschillende woordjes.
Om de beurt haalden we uit een bakje muntjes met een woordje op. Degene die het eruit nam, las het woordje en toen keken we of het woordje op onze schatkaart stond. Wanneer dit erop stond, mochten we er een geldstuk op leggen.
In een ander hoekje speelden we 4 op een rij met letters. Op deze manier oefenden we onze letters nog eens in.
De vormen van de letters oefenden we nog eens extra in, in de schrijfhoek.
In het laatst hoekje werkten we tot slot op de tablets. We oefenden de leerstof van sprong 1 in.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten